Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden
Artikel 2
1
De officier van justitie bij de rechtbank die in eerste aanleg vonnis heeft gewezen, dan wel de officier van justitie die de strafbeschikking heeft uitgevaardigd, beveelt dat van een veroordeelde wegens een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, celmateriaal zal worden afgenomen ten behoeve van het bepalen en verwerken van zijn DNA-profiel, tenzij:
a
van deze persoon reeds een DNA-profiel is verwerkt op grond van artikel 151a, eerste lid, tweede volzin, of 195a, eerste lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, dan wel op grond van artikel 23, eerste lid, onder a, van de Wet bescherming persoonsgegevens;
b
redelijkerwijs aannemelijk is dat het bepalen en verwerken van zijn DNA-profiel gelet op de aard van het misdrijf of de bijzondere omstandigheden waaronder het misdrijf is gepleegd niet van betekenis zal kunnen zijn voor de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten van de veroordeelde.
2
Het bevel, de tenuitvoerlegging dan wel de verdere tenuitvoerlegging van het bevel kan achterwege blijven indien zich naar het oordeel van de officier van justitie zwaarwegende redenen voordoen het DNA-onderzoek aan ander celmateriaal van de veroordeelde dan afgenomen celmateriaal te laten plaatsvinden.
3
De officier van justitie die het bevel heeft gegeven, benoemt een deskundige, verbonden aan een van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen laboratoria, met de opdracht een DNA-onderzoek te verrichten en hem een met redenen omkleed verslag uit te brengen.
4
De officier van justitie geeft de veroordeelde schriftelijk kennis van de uitslag van het DNA-onderzoek indien zijn DNA-profiel overeenkomt met een ander verwerkt DNA-profiel en het belang van het onderzoek dat toelaat.
5
DNA-profielen worden slechts verwerkt voor de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden, het College bescherming persoonsgegevens gehoord, regels gesteld voor het verwerken van DNA-profielen en celmateriaal.
6
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden over de wijze van uitvoering van het tweede en derde lid nadere regels gesteld.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AD8020, Eerste aanleg - meervoudig, 13/129129-97
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
21-12-2001
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank AmsterdamParketnummer: 13/129129-97 Datum uitspraak: 21 december 2001 op tegenspraak (raadsman gemachtigd) VERKORT VONNIS van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam, meervoudige kamer, in de strafzaak tegen: verdachte, geboren te A. op 24 oktober 1959, De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding... -
LJN AU8679, Eerste aanleg - meervoudig, 10/150076-02
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
23-12-2005
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank Haarlemniet- ontvankelijkheidsverweer: fundamentele veronachtzaming van de rechten van de verdediging op een eerlijk proces, schending van het gelijkheidsbeginsel, geen proces-verbaal van opsporingshandelingen in Suriname, ten onrechte gebruik gemaakt van infiltratie en pseudokoop, schending van het ondervragingsrecht ex art... -
LJN AD8007, Eerste aanleg - meervoudig, 13/129132-97
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
21-12-2001
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank AmsterdamParketnummer: 13/129132-97 Datum uitspraak: 21 december 2001 op tegenspraak VERKORT VONNIS van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam, meervoudige kamer, in de strafzaak tegen: VERDACHTE, geboren te A. op 17 april 1963, De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek... -
LJN AO4523, Eerste aanleg - enkelvoudig, 02/06465
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
11-02-2004
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof AmsterdamPartijen zijn eensluidend van mening dat de WOZ-waarde circa 15% te hoog is vastgesteld. Verweerder wenst waarde niet te herzien op grond van art. 2 Uitv. besl. WOZ. Hof: Bezwaar niet-ontvankelijk. -
LJN AY5603, Eerste aanleg - enkelvoudig, 181355 /CV EXPL 05-5733
Rechtsoort
Civiel overig
Datum uitspraak
01-08-2006
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank LeeuwardenAegon-zaak. Aandelenlease. Aansprakelijkheid voor hulppersonen. Wet op consumentenkrediet. Ontbreken WCK-vergunning. Geen schending zorgplicht. -
LJN AZ2297, Eerste aanleg - enkelvoudig, 179542 /CV EXPL 05-5126
Rechtsoort
Civiel overig
Datum uitspraak
14-11-2006
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank LeeuwardenAegonzaak. VermogensVliegwiel-overeenkomst. Vrijstelling ex artikel 12 Vrijstellingsregeling WTE van toepassing. Aegon aansprakelijk voor handelen tussenpersoon. Wet Consumentenkrediet niet van toepassing wegens overschrijding limietbedrag. Wet identificatie bij dienstverlening. Geen sprake van colportage...